In gesprek met Lieke Hester en Tom van der Weerd!

Lieke schreef in Het kan ook nooit normaal en Het wordt ook steeds gekker over haar leven als hoofdagent en Tom schreef in zijn boek PRIO 1 over zijn werk als brandweerman. Twee verschillende beroepen binnen de hulpverlening, maar toch met veel overlap. We stelden ze beiden dezelfde vragen en daar kwamen heel leuke en verrassende antwoorden uit!

1. Om te beginnen: hoe zou jij jouw boek omschrijven in één zin?

Lieke: Een rauw en authentiek boek, vol humor en soms een beetje (boel) goor. Het boek staat vol met verhalen over wat ik heb meegemaakt bij de politie. 

Tom: De dagelijkse praktijk van een brandweerman! O nee, dat staat al op de cover. Nou ja, wat ik vaak zeg als ik over mijn boek praat, is dat ik de dingen die ik bij de brandweer meemaak echt vanuit mijn perspectief beschreven heb. 

2. Welk verhaal uit jouw boek denk je dat de meeste indruk maakt op lezers? Krijgen jullie daar veel reacties op via jullie sociale media?

Lieke: De verhalen over suïcide en rondom mentale gezondheid en weerbaarheid. Maar ook zeker hoofdstuk 14, waarin ik me heel kwetsbaar opstel en schrijf over hoe het met me gaat na een heftige mishandeling op het werk, en over hoe ik omga (of probeer om te gaan) met de diagnose niet-aangeboren hersenletsel. Er hebben al veel mensen letterlijk met me meegehuild. Er zitten heel wat van mijn tranen in dat hoofdstuk, dus dat het dan echt mensen raakt, vind ik mooi. Het is sowieso leuk dat mensen reacties geven op bepaalde hoofdstukken. Bijvoorbeeld als ze een heel goor hoofdstuk over een lijkvinding gelezen hebben met een snack erbij, dat vind ik hilarisch! 

Tom: Hm, er zitten in mijn boek – helaas – twee verhalen in waar kindjes bij betrokken waren. Op die verhalen krijg ik de meeste reacties. Veel mensen uit de omgeving Kampen vinden het heel indrukwekkende verhalen. Het zijn verhalen die mensen uit de stad al jaren kennen, maar nu vanuit het perspectief van de hulpverlening lezen. 

3. Jullie hebben allebei een drukke baan, hoe vonden jullie tijd om aan je boek te werken?

Lieke: Ja, goeie vraag. Ik denk doordat het vaak ook helemaal niet voelde als werken. Vooral het eerste creatieve gedeelte, het echte schrijven, maar later ook het finetunen, wat vooral veel ingeplande tijd kostte. Voor mij werkte het heel goed om in een koffietentje te gaan zitten, mijn telefoon op niet storen te zetten en gewoon hard aan de bak te gaan. Ik schreef ook veel in het buitenland. Reizen en schrijven combineren voelt meer als een gerealiseerde droom dan als een moetje. Soms moest ik mezelf er wel echt toe zetten, en ik zal absoluut niet zeggen dat het makkelijk is, maar waar een wil is is een weg, als je het graag wilt.

Tom: Hm, geen idee eigenlijk. Ik zie de dingen die ik doe vaak niet echt als werk, wat betekent dat ik ieder moment van de dag bezig kan zijn met van alles en nog wat. Qmusic, brandweer, boek, een optreden, alles past in één dag hoor! 

4. Wat vonden jullie leuk/goed aan elkaars boek?

Lieke: Dat boek van Tom is echt een kutboek. Raad ik helemaal niemand aan. Nee, grapje lieve Tom. Ik vind Toms boek prachtig. De brandweer is een beroep waar maar weinig over geschreven is, en Tom doet dat goed en levendig, het is een absolute must-read voor iedereen. Dus ik zou zeggen: bestellen en gooi hem nog snel onder de kerstboom. 

Tom: Leuk én goed, ik vind dat Lieke echt puur haarzelf is. Ik ken haar nu een tijdje persoonlijk en we spreken elkaar regelmatig. Zij is echt een heerlijk persoon, zo iemand die vaak roept wat ze denkt. Ik hou daarvan. In haar boeken is ze ook echt wie ze is, en dat maakt haar uniek.

5. Merkten jullie overeenkomsten in elkaars verhalen omdat jullie allebei dienstverlener zijn? Of juist (grote) verschillen?

Lieke: Ja, zeker heel veel overeenkomsten. De frustratie en onmacht als je bijvoorbeeld niets meer kan doen voor iemand, die zijn heel erg naar. Het willen helpen zit er bij alle hulpverleners in, en als je dan alleen kan toekijken hoe iemand doodgaat, of dat iemand dood is en er niets meer aan te doen is… Dat is een next level onmacht die we allemaal kennen en waar we allemaal mee om moeten gaan. Maakt niet uit welk pak je aan hebt, uiteindelijk willen we allemaal het verschil maken, en als dat niet meer kan is dat moeilijk.

Tom: Ja, ik denk wel dat het grote verschil is dat Lieke meer uitgesproken is dan dat ik ben. Ik hoor soms ook weleens terug dat mensen dat bij mij ook wel ietsje meer hadden willen lezen. Wellicht moet ik daar een keertje met Lieke over brainstormen, mócht er ooit een tweede boek over de brandweer komen… 😉

6. Zou je een dagje willen meedraaien met het beroep van de ander? Zou je dan dingen heel anders aanpakken?

Lieke: Ik heb twee keer met de brandweer meegedraaid. Onwijs leuk, en ik zou niets anders aanpakken. Ik denk dat je pas kan zeggen hoe je zelf iets aan zou pakken als je er langer werkt.

Tom: Haha, ja! Dat lijkt me heel erg leuk en leerzaam. Natuurlijk werken we bij de brandweer regelmatig samen met de politie, maar om het ook echt eens vanuit hun kant te doen lijkt me heel tof. Ik zou wel een les boeven vangen willen volgen bij Lieke.

7. Wat lijkt jou het leukste én lastigste aan het beroep van de ander?

Lieke: Ik wilde vroeger eigenlijk bij de brandweer, maar daar moest je 21 voor zijn en ik was dat voor mijn gevoel nog láng niet, maar de ‘liefde’ voor brand is wel gebleven. Als wij als politie samenwerken met de brandweer vind ik dat nog steeds fantastisch. Ik vind een grote brand vreselijk voor de bewoners, want vuur is zo vernietigend, maar ik vind het tegelijk ook echt mooi hoe de mannen en vrouwen van de brandweer samenwerken als een geoliede machine om het vuur te bestrijden.

Tom: Gevoelsmatig ziet de politie meer ‘ellende’ dan dat ik bij de brandweer zie. Dat lijkt me wel pittig, want je raakt er nooit aan gewend. Het lastigste aan werken bij de politie lijkt mij een slechtnieuwsgesprek, wanneer de politie bij iemand aan moet bellen om te vertellen dat een naaste er niet meer is. Ik denk echt dat je met een knoop in je maag de deurbel indrukt. 

8. Hebben jullie nog een vraag voor elkaar?

Lieke: Wanneer gaan we nou eindelijk weer aan de borrel?
Tom:  Ja, wanneer gaan we weer borrelen?